Spelregels CMV niveau 6


 

NIVEAU 6 BOVENHANDSE OPSLAG, SMASH/PUSH

 

LEEFTIJD: 11 – 12 JAAR

AANTAL SPELERS: 4 SPELERS PER TEAM

VELDAFMETING: 6 X 6 METER

NETHOOGTE: 2 METER

LEEFTIJDSGRENS: op 30 september van het seizoen niet ouder dan 11 jaar

 

Doel

De spelers proberen de bal bovenhands, onderarms of door middel van een aanvallende actie (smash uit stand, pushbal of smash in sprong) over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te spelen.

 

Beginbal

Na het fluitsignaal van de scheidsrechter/spelleider moeten de spelers de bal onderhands of bovenhands van achter de (gehele) achterlijn over het net serveren, waarbij het net geraakt mag worden. De speler die op de “mid-achter positie” (ruitopstelling en ankeropstelling) / “rechtsachter positie” (vierkantopstelling) komt, moet serveren.

 

Spelregels

  1. Er mag geen enkele bal gevangen worden. De spelers spelen elke bal, met kort balcontact, door.
  2. Het team mag de bal maximaal drie keer spelen, daarna moet de bal over het net naar de tegenstander.
  3. De opslag wordt onderhands of bovenhands uitgevoerd.
  4. Een sprongservice is toegestaan
  5. Na drie opslagbeurten achter elkaar door dezelfde speler, moet de ploeg aan opslag een plaats doordraaien en slaat de volgende speler op.
  6. Indien een team uit meer dan vier spelers bestaat, moet er verplicht ingedraaid worden.
  7. Het indraaien door een wisselspeler geschiedt altijd op de opslagplaats.
  8. Hoewel blokkeren zelden voorkomt is het wel toegestaan.
  9. Lijn en netfouten worden afgefloten conform de op dat moment geldende spelregels.

 

Telling

Rallypoint: elke fout levert een punt op voor de tegenstander. Er kunnen geen bonuspunten voor drie keer spelen verdiend worden.