Geschiedenis van volleybal


 

 

Uit tekeningen blijkt dat al in de 16e eeuw aan het Engelse hof van koningin Elizabeth een spel werd gespeeld dat veel op volleybal leek.

Maar officieel geldt de Amerikaan William G. Morgan als de bedenker van het volleybal. Hij was sportleider bij de Young Men Christian Association (YMCA) in Massachusetts waar hij onder meer les gaf aan een groep al wat oudere zakenlieden. Het toen al bekende basketbal vond hij iets te hard voor deze groep en hij bedacht in 1895 een ander spel.

 

Morgan verzamelde spelregels uit de bestaande sporten als tennis, basketbal en honkbal. Deze regels bij elkaar werd volleybal. De bal moest zonder de grond te raken over het net worden gespeeld. Dit heet nu volley maar in 1895 heette het Mintonette, een spelletje voor zakenlui die een minder fysiek spelletje wilde spelen dan basketbal. Een netservice mocht één keer overgedaan worden en je mocht in het spel dribbelen tot één meter voor het net. Dribbelen hield in, de bal voor jezelf omhoog spelen. Een wedstrijd bestond uit innings. Zo'n inning was voorbij als alle spelers van beide teams een serveerbeurt hadden gehad. Bovendien was het mogelijk één tegen één te spelen, maar ook tien tegen tien. En om de vingers van de dames te beschermen konden zij de bal eerst vangen en dan opgooien.

 

Het eerste spelletje volleybal werd gespeeld met een basketbal. Deze was te zwaar en in plaats daarvan probeerde men het met een opblaasbare rubbere 'blaas' in de basketbal.

 

De YMCA zag wel wat in dit spel en ging het verder ontwikkelen met de nodige wijzigingen:

  • 1900 afschaffen van het dribbelen
  • 1912 invoeren van het doordraaien
  • 1917 regeling dat een set tot 15 punten gaat
  • 1918 regeling dat zes spelers per team in het veld staan
  • 2013 regeling dat een set tot 25 punten gaat

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb